
VDPLPS36BP
V. 05 – 06/09/2013 9 ©Velleman nv
6.3 Startadres van de DMX-projector
• Alle DMX-gestuurde toestellen hebben een digitaal startadres nodig, zodat het juiste toestel reageert op de
signalen. Dit digitale startadres is het kanaalnummer van waarop het toestel "luistert" naar het signaal van
de DMX-controller. Geef het correcte nummer in en lees het af van de display onderaan uw toestel.
• U kunt één enkel startadres gebruiken voor een groep toestellen of u kunt per toestel een nieuw startadres
ingeven.
• Wanneer u een enkel startadres instelt, zullen alle toestellen "luisteren" naar hetzelfde kanaal. Met andere
woorden: wanneer u de instellingen voor 1 kanaal verandert, zullen alle toestellen er tegelijk op reageren.
Wanneer u verschillende adressen instelt, dan "luistert" elk toestel naar een ander kanaal. Wanneer u de
instellingen van een kanaal verandert, zal enkel het toestel op dat kanaal reageren.
• In het geval van de 4-kanaals VDPLPS36BP, stel het startadres van het eerste toestel in op 1, van het
tweede op 5 (1 + 4), van het derde toestel op 9 (5 + 4), enz
7. Gebruik
7.1 DMX-kanalen
Kanaal 1 Dimmer / Stroboscoop
Kanaal 3 Groen
Kanaal 4 Blauw
7.2 Standalone-functies (DIP-schakelaars)
DMX
DIP-schakelaar 10 in ON-positie
DIP-schakelaar 10 in OFF-positie interne programma's
Effecten
DIP-schakelaar 9 in ON-positie regenboog chase
3 – 8: snelheidsregeling
DIP-schakelaar 9 + 1 in ON-positie
3 – 8: snelheidsregeling
DIP-schakelaar 9 + 1 + 2 in ON-positie
3 – 8: snelheid
Vaste kleuren
DIP-schakelaar 1 in ON-positie
DIP-schakelaar 2 in ON-positie dimmer 2 rood
DIP-schakelaar 3 in ON-positie rood
DIP-schakelaar 4 in ON-positie
DIP-schakelaar 5 in ON-positie
DIP-schakelaar 6 in ON-positie groen
DIP-schakelaar 7 in ON-positie
DIP-schakelaar 8 in ON-positie blauw
Een combinatie van deze instellingen resulteert in een kleurmenging. Voorbeeld: 3 + 6 + 8 = wit
8. Reiniging en onderhoud
• Alle gebruikte schroeven moeten goed zijn aangespannen en mogen geen sporen van roest vertonen.
• De behuizing, de lenzen, de montagebeugels en de montageplaats (bv. het plafond of het gebinte) mogen
niet vervormd zijn of aangepast worden (geen extra gaten in montagebeugels boren, aansluitingen niet
verplaatsen, enz.).
• Mechanisch bewegende delen mogen geen sporen van slijtage vertonen en mogen niet onregelmatig
bewegen.
Commentaires sur ces manuels